In het door mannen met actuele grappen en op maat gemaakte pakken gedomineerde mijnenveld van de oudejaarsconferences zet Laura van Dolron kleine maar kittige stappen, gewapend met goede voornemens en goedkope champagne. Zoals zij eerst Sartre opvoerde als imaginaire vriend of vijand, zo zal nu Wim Kan haar tegenspeler zijn.
“Vreselijke gewoonte om al in november te moeten zeggen dat je 31 december leuk zult zijn.”, Wim Kan
Als uitgangspunt gebruikt Laura Kan’s conference uit 1976, haar geboorte jaar. Laura stelt zichzelf de vraag of er sinds 1976 wel zo veel veranderd is, wat actualiteit eigenlijk betekent en hoe en waarom Kan’s grapjes werkten en of ze het vandaag nog doen.
Laura over Wim Kan:
“Ik deel mijn somberheid met mijn publiek. Wim Kan mocht dat niet van zichzelf, hij moest grappig zijn en ging daar jaren bijna aan onderdoor. Hij ontroert me, die grimmige grappenmaker verslaafd en vastgeketend aan zijn roem. Ondanks zijn zwaarmoedigheid dwong Wim Kan zichzelf van zijn oudejaars een heerlijk avondje te maken met pluche en poedersuiker. Of ik dat ook ga doen dat is de vraag.”